Ruth 4:6

ABEn de losser zei: "Ik kan het voor mij niet lossen, want dan zou ik mijn erfdeel tekort doen. Los jij mijn lossing voor jezelf, want ik zal het niet lossen."
SVToen zeide die losser: Ik zal het voor mij niet kunnen lossen, opdat ik mijn erfdeel niet misschien verderve; los gij mijn lossing voor u; want ik zal niet kunnen lossen.
WLCוַיֹּ֣אמֶר הַגֹּאֵ֗ל לֹ֤א אוּכַל֙ [לִגְאֹול־ כ] (לִגְאָל־לִ֔י ק) פֶּן־אַשְׁחִ֖ית אֶת־נַחֲלָתִ֑י גְּאַל־לְךָ֤ אַתָּה֙ אֶת־גְּאֻלָּתִ֔י כִּ֥י לֹא־אוּכַ֖ל לִגְאֹֽל׃
Trans.wayyō’mer hagō’ēl lō’ ’ûḵal liḡə’wōl- liḡə’āl- lî pen-’ašəḥîṯ ’eṯ-naḥălāṯî gə’al-ləḵā ’atâ ’eṯ-gə’ullāṯî kî lō’-’ûḵal liḡə’ōl:

Algemeen

Zie ook: Leviraatshuwelijk, Losser, Qere en Ketiv

Aantekeningen

Toen zeide die losser: Ik zal het voor mij niet kunnen lossen, opdat ik mijn erfdeel niet misschien verderve; los gij mijn lossing voor u; want ik zal niet kunnen lossen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

Toen zeide

הַ

-

גֹּאֵ֗ל

die losser

לֹ֤א

Ik zal het voor mij niet

אוּכַל֙

kunnen

ל

-

גאול

lossen

לִ

-

גְאָל־

los

לִ֔י

lossen

פֶּן־

opdat

אַשְׁחִ֖ית

verderve

אֶת־

-

נַחֲלָתִ֑י

ik mijn erfdeel

גְּאַל־

-

לְ

-

ךָ֤

-

אַתָּה֙

-

אֶת־

-

גְּאֻלָּתִ֔י

mijn lossing

כִּ֥י

voor u; want

לֹא־

ik zal niet

אוּכַ֖ל

kunnen

לִ

-

גְאֹֽל

-


Toen zeide die losser: Ik zal het voor mij niet kunnen lossen, opdat ik mijn erfdeel niet misschien verderve; los gij mijn lossing voor u; want ik zal niet kunnen lossen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!